Druivenrassen

Arneis (wit)

De Arneis heeft als bijnaam ook wel de “witte nebbiolo” of “kleine koning”, waarmee het belang en het nobele karakter van deze druif aangegeven wordt. Het is een van de belangrijkste witte druivenrassen van (noord) Italië en wordt eigenlijk alleen in Piemonte verbouwd. Hij wordt dan ook maar onder 2 appellaties gebruikt: de Roero Arneis DOCG en de Langhe Arneis DOC.
De oudst bekende vermelding dateert uit 1478, waar over de Renexij geschreven werd, waarschijnlijk de Renesio heuvel in de omgeving van Canale in de Roero. Tot in de jaren ’70 werd vaak wat Arneis toegevoegd aan de rode wijnen van de Nebbiolo om die minder hard te maken, al stond hij ook tussen de nebbiolo aangeplant als bescherming tegen vogels.

De Arneis is geen gemakkelijk te telen druif (zijn naam betekent in dialect ook “kleine lastpak”) met een vrij hoge ziektegevoeligheid en lage opbrengsten, en is mede daarom uit beeld geraakt. Vanaf de jaren ’80 verlegde de aandacht zich van kwantiteit naar kwaliteit, en kwam de Arneis weer in beeld vanwege zijn goede smaakeigenschappen. Sinds die tijd is hij met name eerst in Italië populair geworden, maar de laatste jaren krijgt hij ook internationaal en in Nederland steeds meer erkenning. Ondertussen is het een van de belangrijkste een hoogst gewaardeerde witte wijnen uit Italie.


De Arneis is een gemiddeld aromatisch en heeft een vrij lage zuurgraad. Daarom wordt meestal geen malolactische fermentatie toegepast, zodat de wijn lekker fris blijft. Hij heeft een lichte tot medium body met een duidelijke mineraliteit, en mooie frisheid met tonen van wit fruit zoals perzik en abrikoos, tropisch fruit, soms wat bloemige tonen, en meestal een mooi amandel bittertje in de afdronk.

De Arneis gedijt vooral erg goed op de arme zandbodems van de Roero, want hij heeft van zichzelf dus vrij weinig zuren, en op zandige bodems krijg je een betere frisheid. De druif geeft daar middelzware, verfijnde en elegante witte wijnen; geteeld in de Langhe geeft hij wijnen met wat lagere zuurgraad en minder uitgesproken. Over het algemeen wordt de Arneis niet op hout opgevoed maar alleen op roestvast staal (inox), al zijn er een paar producenten die de wijn (deels) een korte houtrijping geven. De wijn wordt vaak jong gedronken, al komt de wijn het beste tot zijn recht na een korte flesrijping, meestal zo als hij 1 tot 3 jaar op de fles. De beste crus kan je het beste drinken vanaf 3 jaar flesrijping, en kan je tot meer dan 10 jaar bewaren. Aangezien de in het najaar geoogste druiven niet voor de Kerst op de fles gaan, is een handige vuistregel dat je een arneis het beste kan drinken minimaal 2 jaar na vintage (dus in 2024 drink je 2022 of ouder, en niet de 2023). Roero Arneis is een echte all round wijn: van aperitief tot fijne begeleider van voor- en hoofdgerechten.


Cortese (wit)

De Cortese is een druivensoort die vooral in het oostelijke deel van Piemonte is aangeplant, zoals in de Monferrato. Hij is bekend geworden als de druif van de Gavi, en dankzij het internationale succes van die wijn is de druif in de 2e helft van de 20e eeuw over een steeds groter areaal aangeplant. Daarnaast is de druif door heel Piemonte aangeplant, met name in de naast Gavi gelegen Colli Tortonesi, en zelfs daarbuiten.

De Cortese is een druif die niet erg aromatisch is en geeft vaak mooie, elegante en delicate wijnen, vooral in de Gavi streek. Die zijn daarom ook populair in de gastronomie. Met een lichte, bijna zilte mineraliteit en citrus tonen is het een perfecte begeleider van lichte visgerechten. De Cortese heeft vrij veel zuren en is daarom ook een lekkere frisse zomerwijn. In de smaak proef je verder vaak groene appeltjes, reine claude en geel en tropisch fruit.

Dankzij het smaaktype is de druif ook erg geschikt is voor het maken van mousserende wijn volgens de Metodo Classico (vroeger ook methode champenoise genoemd). Dit wordt de laatste jaren ook op steeds grotere schaal toegepast, en met succes.


Favorita (wit)

De Favorita is een minder bekende druif die voornamelijk in Piemonte aangeplant is, en dan vooral in de Roero. Daarnaast komt hij plaatselijk in de Langhe voor, vaak onder de lokale naam Furmentin. Deze naam is waarschijnlijk afgeleid van Vermentino, zijn naam in Ligurië en andere wijngebieden waar de druif op beperkte schaal verbouwd wordt. Daarnaast wordt hij ook geteeld als tafeldruif, vanwege zijn kenmerkende grote druiven.

De Favorita is een relatief laat rijpende druif met goede opbrengsten, die wijnen levert met goede zuren en een redelijk stuivende geur die soms wat aan Sauvignon Blanc doet denken. In de geur wit fruit zoals peer, en in de smaak een goede mineraliteit die soms wat ziltig is. De wijn zou een redelijke goede bewaarpotentie hebben vergelijkbaar met Arneis, maar wordt traditioneel juist jong gedronken. Hij wordt in de regel ook niet op hout opgevoed.

Dankzij zijn mooie zuren is Favorita een heerlijke frisse zomerwijn, die bij warm weer als aperitief rustig koelkast koud gedronken kan worden. Maar is ook een prima begeleider van vis en zeevruchten. Klassieke combinatie is met eiergerechten.

 

Locale benamingen voor de Favorita zijn Vermentino elders in Italië en Rolle in Frankrijk


Moscato (wit)

De Moscato is een van de meest aangeplante witte druiven in Piemonte, en misschien wel de bekendste. Het is een druif waarvan vele honderden varianten bestaan die overal op de wereld aangeplant zijn, ook als tafeldruif. Mogelijk is het een van de oudste druivensoorten die er is.

In Piemonte wordt de druif gebruikt voor de beroemde mousserende half zoete Asti Spumante en voor de licht mousserende Moscato d’Asti. De druif is populair vanwege zijn karakteristieke, sterk aromatische smaak. De Moscato d’Asti wordt gemaakt door de fermentatie te stoppen voordat alle suiker vergist is tot alcohol, en heeft dan typisch ook een laag alcohol gehalte van maar ca 5-6% en is zoet doordat er n og restsuiker in zit. Door de druiven te vergisten in afgesloten druktanks (autoclave) komt er koolzuur in de wijn, die daardoor licht mousserend wordt.


De Asti Spumante is meestal verder vergist, heeft daardoor een wat hoger alcoholpercentage (ca 7%) en een hogere druk. Dat is ook te zien aan de dikkere fles die gebruikt wordt en de champagnevormige kurk; Moscato d’Asti heeft vaak een ‘gewone’ kurk en een minder zware fles.

Naast mousserende dessertwijnen wordt de Moscato in Piemonte ook gebruikt voor stille dessertwijnen, meestal door de druiven in te drogen (passito methode) voor er wijn van te maken. Hiermee worden ook bijzonder mooie wijnen gemaakt.

Timorasso (wit)

De Timorasso is een onbekende druif die alleen in Piemonte voorkomt, en dan vooral in de Colli Tortonesi. De Timorasso was bijna verdwenen en verdrongen door de Cortese druif, die makkelijker te telen is en hogere opbrengsten geeft. Maar de Timorasso heeft altijd een paar fanatieke fans behouden in de streek, die na jarenlange strijd ter promotie van deze druif hebben gezorgd dat hij langzaam weer herontdekt is / wordt.

De revival van de Timorasso is het gevolg van de toegenomen interesse in eigenheid wijnen, als tegenbeweging tegen de steeds grotere hoeveelheid “eenheidsworst” van chardonnay en sauvignon die de markten overspoelen. Omdat de Timorasso zeer interessante, karakteristieke wijnen oplevert en kwaliteit steeds vaker belangrijker wordt dan kwantiteit, kon deze langzaam aan een comeback werken.


De Timorasso heeft een medium body, en een kenmerkende smaak. Vaak wordt op basis van het smaakprofiel gedacht dat de wijn op hout gelagerd heeft, terwijl de wijn op inox is opgevoed. De tonen van toast en soms zelfs lichte rokerigheid komen echter van de druif zelf. Aan de toevoeging “Derthona” (oude naam voor Tortona) op de fles kan je zien dat de wijn alleen in rvs tanks heeft gezeten.

Wijnen van de Timorasso zijn vol en krachtig en doen het erg goed bij diverse gerechten, van stevige visgerechten tot witvlees. Daar zijn kracht en karakter is het een steeds meer gewaardeerde wijn in de gastronomie, en ook in Nederland zie je de wijn langzaam maar zeker meer op de wijnkaarten van restaurants verschijnen


Barbera (blauw)

De Barbera is de op twee na meest aangeplante druif in heel Italië en is ook daarbuiten wel aangeplant, bijvoorbeeld in Californië en Argentinië, maar levert nergens zulke goede resultaten als in Piemonte. In Piemonte is het dan ook de meest aangeplante druivensoort, waar hij in ieder geval al in de 12e eeuw voorkwam.

In Piemonte heeft de druif lang in de schaduw gestaan van de  hoger aangeschreven Nebbiolo, maar dat beeld is vanaf het midden van de jaren ’80 snel aan het verdwijnen. In die tijd werd van de Barbera, mede vanwege zijn hoge zuurgehalte, vooral jonge wijn voor elke dag gemaakt.  Dankzij een wat andere cultivatie, vooral toepassen van groene oogst voor opbrengstbeperking, en met moderne vinificatietechnieken zoals temperatuurcontrole en vatlagering, zijn de zuren getemd en bleek er wijnen van hog niveau van gemaakt te kunnen worden.

De afgelopen 2 decennia is de Barbera daarom aan een enorme opmars onder de kwaliteitswijnen begonnen, en behoren de top Barbera’s tot de beste wijnen van Italië. Het veelzijdige karakter van de druif laat toe dat er diverse stijlen wijn van gemaakt kunnen worden. Er worden dankzij de hoge productie die de Barbera kan geven nog steeds bulkwijnen van gemaakt: als je in een willekeurig restaurantje in Piemonte een karafje rode huiswijn bestelt is dat in 9 van de 10 gevallen een Barbera, en vaak erg jong. Een plaatselijk populaire variant is de Barbera vivace, die een beetje nagisting heeft gehad waardoor die licht bruisend in het glas is.

Van de kwaliteitswijnen zijn er de op inox gerijpte wijnen en de op hout gelagerde versie. De druif heeft van zichzelf weinig tannines, dus de versie die alleen op rvs is opgevoed is daardoor erg zacht, soepel en drinkbaar. De op hout opgevoede versie, die zowel op grote foeders als op kleine vaten gelagerd kan zijn, heeft meer structuur, inhoud en complexiteit, en kan grootse wijnen opleveren.


De smaak van Barbera kenmerkt zich door frisse zuren en een grote mate van fruitigheid, met vooral rood en zwart fruit zoals cassis, kersen, bramen en frambozen. De houtgelagerde variant heeft een complexe smaak met daarnaast nog kruidige tonen en vanille.

Barbera die alleen op inox opgevoed is kan je het beste jong drinken, en kan ’s zomers eventueel kort in de koelkast een beetje teruggekoeld worden. Het zijn ideale begeleiders van het eten en passen bij vele gerechten, en zijn ook lekker om ’s avonds zo te drinken. Een houtgelagerde Barbera kan tussen enkele jaren tot bij de grootste crus wel 15+ jaar bewaard worden, en verdienen het om bij een mooi diner geschonken te worden.


Brachetto & Brachetto a grappolo lungo (blauw)

De Brachetto is een aromatisch (licht) rood druivenras dat al eeuwenlang in Piemonte verbouwd werd, en waarvan de wijn vroeger zelfs geëxporteerd werd. Het is echter geen makkelijk te telen druif, en na de phylloxera epidemie zijn de stokken na WOI op grote schaal vervangen door andere rassen. Gelukkig waren er door liefhebbers hier en daar nog wat stokken overgelaten, en vanaf de jaren ’50 was er een kleine opleving in de productie van Brachetto. De laatste decennia hebben een verdere herwaardering en uitbreiding van de druif laten zien.
Het belangrijkste aanplantgebied is momenteel de omgeving van Acqui Terme, waar er Brachetto d’Acqui gemaakt wordt, die zelfs een DOCG status heeft gekregen. Deze bestaat zowel als een licht mousserende (frizzante, 1-3 bar) als een mousserende (spumante, >3 bar) variant, die altijd zoet is (en vaak vrij zoet). 
In beide gevallen wordt de wijn gemaakt door de fermentatie te stoppen voordat alle suiker vergist is tot alcohol, en Brachetto heeft dan typisch ook een laag alcohol gehalte van maar 5 tot 7 %. Deze manier van wijnmaken vertoont veel overeenkomsten met die van de Moscato d’Asti, zodat de Brachetto ook wel de “rode Moscato” genoemd wordt.

Het andere wijngebied waar wijn van de Bracheto gemaakt wordt is de Roero, waar de locale variant van deze wijn “Birbet” heet. Deze wijn wordt overigens gemaakt van een eigen variëteit van de druif, de ‘Brachetto a grappolo lungo’ die gekenmerkt wordt door hele lange druiventrossen van soms wel 40 cm! Birbet is ook licht mousserend en met een laag alcoholgehalte van ca 6%, en is qua smaak iets aromatischer en door wat meer zuren frisser en vineuzer dan de Brachetto d’Acqui. 

Kenmerkend voor de Brachetto is de lichtrode kleur en de lichte body. Het is een zeer aromatische druif met een smaak van licht rood fruit, met name aardbeien en frambozen, aangevuld met florale tonen van geranium en rozenblaadjes. Naast deze lichte, mousserende dessertwijnen wordt de Brachetto ook wel gebruikt om stille dessertwijnen met normale sterkte te maken, meestal met de passito methode (indrogen van de druiven). Dit geeft bijzonder aromatische rode dessertwijnen.
Er is daarnaast ook een handvol producenten die een droge variant van de Brachetto maken. Dit zijn verassende wijnen met een opvallende geur en vooral interessante gastronomische mogelijkheden.


Croatina (blauw)

De Croatina is een blauwe druivensoort die op diverse plaatsen in Piemonte is aangeplant, maar ook in andere wijngebieden in Noord Italië zoals Lombardije en de Veneto. In sommige gebieden waaronder in delen van Piemonte (bv in de Roero, de omgeving van Asti en de Colli Tortonesi) en in de aangrenzende Oltrepo Pavese wordt deze soort ook wel “Bonarda” genoemd. Wat zeer verwarrend is, aangezien er ook een “Bonarda Piemontese” is, wat een verschillende en niet verwante druif is! En ook de Argentijnse bonarda is een heel andere druif...


De Croatina lijkt qua stijl wel wat op de Dolcetto, en geeft ook donker gekleurde, stevige en matig tot vrij sterk tanninerijke wijnen. De smaak kenmerkt zich door kruidigheid en donker fruit zoals pruimen. Ze hebben vaak baat bij enkele jaren flesrijping, al zijn het meestal geen echte bewaarwijnen om 10+ jaar op te leggen.


Dolcetto (blauw)

De Dolcetto is een druivensoort die in Piemonte op veel plaatsen aangeplant is, en daar buiten ook wel voorkomt in Noord Italië. Ook in andere landen komen druivenstokken voor onder andere namen waarvan vermoed wordt dat het de Dolcetto is. De naam betekent “kleine zoete” maar dat slaat niet op de wijn, die altijd droog is. Het is ook niet zeker dat dit op het suikergehalte slaat, al rijpt de Dolcetto relatief snel en kan daardoor vrij hoge suikergehaltes ontwikkelen. Het is ook niet uitzonderlijk dat een Dolcetto 14% alcohol heeft.

De druif heeft van zichzelf flink wat tannines, vooral redelijk harde uit de pitten, en moet daardoor zeer voorzichtig behandeld worden tijdens de vinificatie. Gelukkig heeft hij ook zeer veel kleurstoffen in zijn schil en is hij redelijk aromatisch, waardoor ook met een heel korte inweking op de schillen mooie donkere, sterk fruitige wijnen geproduceerd kunnen worden.

De Dolcetto wordt klassiek op inox tanks gevinifieerd, en levert wijnen op die het beste jong gedronken kunnen worden. Dank zij de tannines kan de wijn wle langer bewaard, maar dan verliest hij wel wat van zijn karakteristieke fruitigheid.

Dolcetto is echt een elke dag wijn, die veel bij pasta’s en pizza’s gedronken wordt. Ook gaat hij vanwege zijn tannines goed samen met salami en worst.

De afgelopen jaren is er ook steeds meer geëxperimenteerd met houtgelagerde Dolcetto’s, en daarmee zijn zeer mooie resultaten bereikt. Het heeft laten zien dat de Dolcetto meer in huis heeft dan een dagelijkse wijn, en de tophuizen maken bijzonder fraaie Dolceto’s die zich ook lenen om meerdere jaren te ouderen.

Locale benamingen voor de Dolcetto: Ormeasca


Nebbiolo (blauw)

De Nebbiolo druif is misschien wel de beste en edelste rode druivensoort van Italië. Omdat de druif zeer langzaam rijpt wordt deze als allerlaatste van alle soorten geoogst in de 2e helft van oktober of zelfs 1e week van november. De naam is waarschijnlijk ook afkomstig van het woord “nebbia” of mist, die rond deze periode ’s ochtends de dalen in Piemonte vult.

De Nebbiolo is waarschijnlijk ook een van de bekendste druivensoorten van Italië, en wordt vanwege zijn geweldige kwaliteiten ook wel “de koning” onder de italiaanse druivensoorten genoemd. Mogelijk komt dit mede door de connectie met de bekendste wijn van deze druif, de Barolo, die ook wel “Wine of Kings and King of wines” genoemd wordt.
Alhoewel de druif waarschijnlijk al eeuwen lang verbouwd werd in Piemonte, is de opkomst en grote roem begonnen halverwege de 19e eeuw. Toen werd de franse wijnmaker Louis Oudart gevraagd om kwaliteit van de plaatselijke wijn te verbeteren. Hij ontdekte dat het fermentatieproces verbeterd kon worden door o.a. toepassing van de zogenaamde ‘malolactische fermentatie’, en dat de druif dan zeer geschikt was voor het maken van droge wijn: tot dan toe was Barolo vooral een zoete wijn.


Doordat de Nebbiolo zeer langzaam rijpt moet deze eigenlijk alleen op de warmste hellingen met min of meer zuidelijke expositie. En niet op de hogere delen van de heuvels, maar tot ca 450 m boven zeeniveau. Zeker ook omdat de Nebbiolo typisch een vrij hoog gehalte aan tannines heeft, met name in de schil. Als de druiven niet goed rijp worden blijven de tannines onrijp, groen en hard, en dat wordt helaas niet beter door lange flesrijping.

Vanwege deze tannines wordt nebbiolowijn dan ook vaak op hout gerijpt, om zo de wijn zachter en ronder te maken. Maar ook dan blijft het altijd een wijn die vooral als hij jong is  merkbare tannines heeft en veel structuur heeft. Vrijwel alle wijnen van de nebbiolo hebben baat bij flesrijping, soms van maar een paar jaar, maar de crus 10-20 jaar of zelfs nog (veel) meer.


Kenmerkend voor de smaak zijn tonen van rood fruit, met name frambozen, florale tonen zoals viooltjes en geraniums, rozenblaadjes, en aardse tonen zoals (bos)grond, paddestoelen en teer. Een ander zeer herkenbaar kenmerk is zijn kleur: Nebbiolo heeft relatief weinig kleur, heeft een bruin-rode kleur en de neiging om bij oudering snel kleur te verliezen (verbruining)

Wijn van de Nebbiolo druif kan vanwege zijn kracht en structuur in de regel het beste gedronken worden naast iets te eten (het beste eiwitrijk), zeker wanneer ndie niet heel oud is. Klassieke combinaties zijn met gebakken en gebraden rood vlees maar vooral met wild. Echte herfst- en winterwijnen en een goede cru nebbiolo is vaak de ideale begeleider van en mooi Kerstdiner.

Locale benamingen (synoniemen) voor de Nebbiolo: Spanna, Chiavenasca