Barbera

De Barbera is de op twee na meest aangeplante druif in heel Italië en is ook daarbuiten wel aangeplant, bijvoorbeeld in Californië en Argentinië, maar levert nergens zulke goede resultaten als in Piemonte. In Piemonte is het dan ook de meest aangeplante druivensoort, waar hij in ieder geval al in de 12e eeuw voorkwam.

In Piemonte heeft de druif lang in de schaduw gestaan van de  hoger aangeschreven Nebbiolo, maar dat beeld is vanaf het midden van de jaren ’80 snel aan het verdwijnen. In die tijd werd van de Barbera, mede vanwege zijn hoge zuurgehalte, vooral jonge wijn voor elke dag gemaakt.  Dankzij een wat andere cultivatie, vooral toepassen van groene oogst voor opbrengstbeperking, en met moderne vinificatietechnieken zoals temperatuurcontrole en vatlagering, zijn de zuren getemd en bleek er wijnen van hog niveau van gemaakt te kunnen worden.

De afgelopen 2 decennia is de Barbera daarom aan een enorme opmars onder de kwaliteitswijnen begonnen, en behoren de top Barbera’s tot de beste wijnen van Italië. Het veelzijdige karakter van de druif laat toe dat er diverse stijlen wijn van gemaakt kunnen worden. Er worden dankzij de hoge productie die de Barbera kan geven nog steeds bulkwijnen van gemaakt: als je in een willekeurig restaurantje in Piemonte een karafje rode huiswijn bestelt is dat in 9 van de 10 gevallen een Barbera, en vaak erg jong. Een plaatselijk populaire variant is de Barbera vivace, die een beetje nagisting heeft gehad waardoor die licht bruisend in het glas is.

Van de kwaliteitswijnen zijn er de op inox gerijpte wijnen en de op hout gelagerde versie. De druif heeft van zichzelf weinig tannines, dus de versie die alleen op rvs is opgevoed is daardoor erg zacht, soepel en drinkbaar. De op hout opgevoede versie, die zowel op grote foeders als op kleine vaten gelagerd kan zijn, heeft meer structuur, inhoud en complexiteit, en kan grootse wijnen opleveren.

De smaak van Barbera kenmerkt zich door frisse zuren en een grote mate van fruitigheid, met vooral rood en zwart fruit zoals cassis, kersen, bramen en frambozen. De houtgelagerde variant heeft een complexe smaak met daarnaast nog kruidige tonen en vanille.

Barbera die alleen op inox opgevoed is kan je het beste jong drinken, en kan ’s zomers eventueel kort in de koelkast een beetje teruggekoeld worden. Het zijn ideale begeleiders van het eten en passen bij vele gerechten, en zijn ook lekker om ’s avonds zo te drinken. Een houtgelagerde Barbera kan tussen enkele jaren tot bij de grootste crus wel 15+ jaar bewaard worden, en verdienen het om bij een mooi diner geschonken te worden.